December 2020:
Dit jaar geen Lentefair, geen Kerstfair, geen Pemama-kast in de kerk, dus niet veel inkomsten voor het schooltje. Gelukkig kregen we van de mensen van de Diaconie een mooie opdracht: 140 kerstballen maken voor de mensen die andere jaren uitgenodigd werden voor de Kerstbroodmaaltijd. Die kon dit jaar door het coronavirus natuurlijk niet doorgaan. De opbrengst is voor het schooltje. Als je dan een voorbeeld kerstbal maakt, is dat gefrutsel heel leuk. Maar na 45 ballen wordt het al een stukje minder leuk en dan moet je er nog 95… Ik probeerde er 10 op een dag te maken, niet altijd lukte dat. Maar 5 moest toch gaan en inderdaad, langzaam maar zeker knutselde ik naar de 140 toe. Schilderijtjes van Buren printen, met op de andere kant een sterrenhemel voor het engeltje, en met een cirkelsnijder uitsnijden, 140 keer. Van zelfdrogende klei 140 roze engelhoofdjes rollen, 140 witte jurkjes, 140 keer een draadje eraan, 1400 gele sliertjes voor de haren, 140 goudkleurige sliertjes voor het kroontje, 140 keer een wit rolletje voor de vleugels. 280 witte bolletjes voor het sneeuwpoppetje, 140 keer een piepklein oranje ‘worteltje’, 280 zwarte bolletjes, waarvan 140 platgemaakt voor de hoed, het andere bolletje erbovenop. 560 oogjes, zo’n 180 mondjes (want niet bij alle sneeuwpopjes lukte het om een mondje te tekenen), 420 knoopjes tekenen. 140 keer het draadje vastnaaien op de sterrenhemel, zodat het engeltje kan ‘vliegen’, 140 sterretjes op het afhechtknoopje plakken. 140 keer het sneeuwpopje op het schilderijtje plakken en laten drogen. Schepje suiker (= sneeuw) in de ene helft van de kerstbal, het rondje erin, sneeuwpopje naar onderen. Schepje suiker naast het engeltje, andere helft van de kerstbal erop, voorzichtig aandrukken. 140 keer een donkerrood lintje en 140 keer een rood lintje aan de kerstbal. 140 keer een cellofaanzakje op maat knippen, de kerstbal erin. Dichtvouwen en wasknijpertje erop… en klaar!